Vorige

Volgende

Toon index

Start pagina

Auteur: Arend Arends

Versie: 30 juli 2014

Huizen in Peize voor 1850

L Noordeinde Zuid 121-127

121 Jonge Wolter Dries, Roelof Dries, Gelmer Gelmers, Frerik en Bareld Gelmers, Gelmer Gelmers, Jan Luinge

Volgens het Register van Nieuwe Huizen is Gelmer Gelmers in 1742 eigenaar/bewoner van een huis waar in 1646 Jonge Wolter Dries woonde. Hij bezit in 1646 5/8 waardeel en nog 1/4 waardeel. In 1654 is het huis eigendom van de erfgenamen van Jonge Wolter Dries en is er 1 waardeel.

Het Haardstedenregister van 1672 vermeldt Jonge Roelof Dries met 3 paarden, in de periode 1691-1695 Roelof Dries, ook met 3 paarden. Vermoedelijk is Roelof Dries een zoon van jonge Wolter Dries en overlijdt hij in 1714 zonder kinderen na te laten. Dan betalen Wolter Dries en Gelmer Gelmers 25 gld. aan de armen die hun oom Roelof Dries heeft beloofd. In 1713 erven Wolter en Gelmer Gelmers van hun broer Jan Gelmers vaste goederen ter waarde van 800 gld. Wolter Dries is vermoedelijk vernoemd naar zijn grootvader van moeders zijde. De drie broers zouden dan kinderen zijn van een dochter van jonge Wolter Dries en van Gelmer Jansen, die in 1654 met zijn broers wordt vermeld bij huis 71 en waar in 1742 weduwe Wolter Dries woont. Gelmer Gelmers heeft dan dit huis toegewezen gekregen.

Gelmer Gelmers wordt in het Haardstedenregister van 1742 vermeld met 3 paarden, evenals zijn zoon F(rerik) Gelmers in 1754. In 1764 is de vermelding F. Gelmers en zoon de Ette B(areld) Gelmers, met ambt aangeslagen voor 5 paarden. Ook in 1774 is dat het geval. In 1784 is de zoon al overleden wordt alleen F. Gelmers vermeld met 4 paarden, in 1794 Gelmer Gelmers met 2 paarden.

Gelmer Gelmers trouwt in 1702 met Jeichien Bavinge, dochter van Frerik Bavinge en Aaltien Luinge, zie 142. Behalve de zoon Frerik is er een dochter Jantien Gelmers, die in 1727 trouwt met Reinder Luinge, zoon van Roelof Luinge (Noord) en Jantien Busch, zie 141.

Frerik Gelmers trouwt in 1736 met Marchien Barelds, dochter van de schoolmeester Barelt Conraads en Jantje Ebbinge, zie 101. Zij overleven hun enige zoon en overlijden resp. in 1790 en 1781. Zoon Bareld Gelmers is Ette voor het Noordenveld van 1763 tot zijn overlijden in 1780 en blijft in dit huis wonen. Hij trouwt in 1762 met Jeichien Lunsche, dochter van Roelof Lunsche en Jeichien Ebbinge, zie 118.

Kinderen van Bareld Gelmers en Jeichien Lunsche:
- Gelmer Gelmers trouwt in 1792 met Egberdina Ebbinge uit Onnen. Zij wonen eerst op de boerderij De Nieuwe Wering, nr. 147, die ook hun eigendom is, maar vanaf 1804 in huis 150, dat eigendom is van Marchien Gelmers en echtgenoot, zie aldaar.
- Marchien Gelmers trouwt in 1788 met Jan Hemsing Baving, zie 150 en in 1802 met Eppo Wiltes Lubbers, die predikant is van Wehe en Zuurdijk in Groningen.
- Roelof Gelmers trouwt in 1796 met Bouwina Ebbinge, dochter van Frederikus Ebbinge en Margaretha Lubbers, zie 24, waar zij ook gaan wonen.
- Jeddina Gelmers trouwt in 1795 met Jan Luinge, zoon van Roelef Luinge en Hillina Ebbinge, zie 141. Zij gaan in dit huis wonen, zie hieronder.
- Frederika Gelmers trouwt in 1798 in Groningen met Hindrik Bernardus Lankhorst en in 1807 in Groningen met Jan Kok uit Kampen.

Jan Luinge wordt vervolgens vermeld als boer in dit huis en als eigenaar in 1807 en 1832.

In 1917 wordt op deze plaats het gemeentehuis van Peize gebouwd, nu een rijksmonument (Raadhuisstraat 1).

122 Frerik Luinge, Jan Luinge, Barelt Hoebers, Doe Ebbinge, Geert Jans Jonkman, Barelt Klasen, Roelf Luichies Kregel

De huizen 122 en 123 vormen samen een dubbele woning. Het Register van Nieuwe Huizen geeft in 1742 als omschrijving: (in 1646) Steven Willems, nu Reinder Wolthers, in 1646 binnenhuis 2 x 22, nog huis 6 x 22, schure 2 x 17, in 1742 kamer 2 x 17, ander huis 8 x 22 (aantal gebinten x breedte in voeten).

In 1745 is de omschrijving: Frerik Luinge meier van Reinder Wolters en Eigenaars woninge, in 't oude Ebbing Ebbinge, in 1646 binnenhuis 2 x 22, agt(er) 6 x 22, schu(ur) 2 x 17, in 1745  keuken 17 x 21, agt 3 x 22, hoij 1 (en voor het tweede huis) keuken 18 x 16, agt 1 x 22, hoij 1. Duidelijk is wel dat er in 1742/1745 twee woningen zijn, de eerste bewoond door Frerik Luinge en de tweede door de eigenaar Reinder Wolthers. In 1654 woont zijn weduwe Annegien Lunsche in het tweede huis.

Volgens de Grondschatting van zowel 1646 als 1654 is Steven Willems meier van Ebbing Ebbinge met de maten zoals vermeld in 1742 (achterhuis 6 x 22, binnenhuis 2 x 22, schuur 2 x 17) en 5/8 waardeel.

In 1807 is het eerste huis eigendom van Steven Ebbinge en het tweede huis eigendom van Harm Wolters. Zij zijn vermoedelijk mede-erfgenamen van resp. Annegien Lunsche en Reinder Wolters. Voor Reinder Wolters zie verder bij huis 123.

Frerik Luinge is een zoon van Luink Luinge en Henderikjen Luinge, zie 125. Hij trouwt omstreeks 1740 met Aaltien Berniers, dochter van Bernier Everts en Grietien Hindriks Hoogstrate, zie 127. In 1754 wonen zij in huis 127, zie aldaar.

Jan Luinge is vermoedelijk Jan Luinge, in 1754 getrouwd met Annegien Luinge. Hij zal hier slechts kort hebben gewoond en daarna zijn verhuisd naar huis 104, zie aldaar.

In 1764 wordt Barelt Hoebers vermeld als wever. Hij woont in 1742 kort in huis 68 en in 1754 in huis 111. De naam wordt consequent geschreven als Hoebers en niet Hubers of Huibers zoals bij anderen. Er is een zoon Willem Hoebers, die in 1767 betaalt voor het laken over zijn vader. In 1768 ontvangt de diaconie een bedrag van Egbert Hoebers wegens de erfenis van Geertien Hoebers te Westerlee.

In 1774 woont Doe Ebbinge in het huis, zie bij 21.

Geert Jans Jongman wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1784 en 1794 zonder aanslag en wordt ondersteund dooor de diaconie van Eelde. In 1797 woont hij in huis 41.

Geert Jans Jonkman of Jongman is geboren in Eelde in 1744 als zoon van Jan Geerts Jongman en Rolina Janssen. Hij trouwt in 1775 in Peize (afkondiging in Roden) met Grietien Jans Timmer, dochter van Jan Timmer en Marchien Geerts en hertrouwt in 1788 met Jantien Klaasens, dochter van Klaas Alberts en Margien Jans, zie 28 en 31. Geert Jans Jonkman overlijdt in 1806.

Kinderen uit het eerste huwelijk:
- Roelina Geerts Jonkman trouwt in 1797 met Koop Geerts Kregel, zie 45.
- Marchien Geerts Jonkman trouwt in 1805 met Albert Geerts de Haan, geboren in Vries als zoon van Geert Alberts en Geertruid Klazens. Andere kinderen noemen zich ook Beuzema of Buzema. Zij wonen daarna in Donderen.
- Jan Geerts Jonkman woont in 1807 en 1813 in huis 25 en trouwt in 1807 met Jantien Geerts Noorda, geboren in Donderen als dochter van Geert Harms en Aaltien Hindriks.

Kinderen uit het tweede huwelijk:
- Margaretha Geerts Jonkman trouwt in 1816 met Arend Ottens Kosters, zoon van Otto Arends Kosters en Jantien Geerts, zie 47.
- Hinderkien, vermoedelijk jong overleden.
- Klazina Geerts Jongman trouwt in 1815 met Jan Jans Arends van Paterswolde en hertrouwt in 1835 met haar neef Klaas Jans Klaasens, zoon van Jan Klazens en Hillechien Reinders de Ruiter.

In 1797 woont Barelt Claasen in het huis, 59 jaar, arbeider, gehuwd zonder kinderen. Hij woont hier ook in 1804. Barelt Klasen trouwt in 1776 met Margien Engberts, weduwe van Jan Hindriks (Schuurman), zie 42 en 23.

Hindrik Lammerts wordt in 1807 vermeld als weduwnaar met 2 inwonende kinderen. Daarvoor woonde hij vermoedelijk in huis 123, zie aldaar.

In 1813 en 1825 woont Roelf Luichies Kregel in het huis.

123 Steven Willems, Willem Stevens, Olde Jan Luinge, Reinder Wolters, Geert Guilker, Geert Jans, Luigien Jans, Hindrik Lammerts, Koop Geerts Kregel

Zoals bij het voorgaande huis vermeld, vormen de huizen 122 en 123 in 1742 en daarna een dubbele woning. Daarvoor was dat waarschijnlijk nog niet het geval. In 1646 en 1654 is Steven Willems de bewoner, met Ebbing Ebbinge als eigenaar. In 1742 is het huis eigendom van Reinder Wolters.

Het Haardstedenregister van 1672 vermeldt Willem Stevens met 3 paarden, die vermoedelijk een zoon zal zijn van de eerdere Steven Willems. In de periode 1691-1695 wordt olde Jan Luinge vermeld als keuter na Roelof Dries, zie het huis hiervoor.

Olde Jan Luinge is een zoon van Bareld Luinge, zie 125. Al in 1652 ondertekent hij een brief namens zijn vader Barelt Luinge (OSA 845, p. 700). Over zijn testament en verwachte erfenis worden rond 1690 een aantal rechtszaken gevoerd. Hij trouwt in 1685 met Wittien Gerrits, weduwe van Jan Besuin en Albert Willems ten Oever en in 1694 met Fenne. Jan Luinge overlijdt in 1706, waarna zijn erfgenamen 100 gld. schenken aan de armen. De erfenis wordt begroot op 1100 gld.

Het Haardstedenregister van 1742 vermeldt Reinder Wolters als bewoner, in 1754 zijn weduwe.

Reinder Wolters is een zoon van Wolter Reinders en Margaretha Snetlage, zie 139. Hij trouwt in 1710 met Annegien Lunsche, dochter van Allert Lunsche en Grietien Schuiringe, zie 149. Zij overlijden kinderloos in resp. 1748 en 1761.

Het Haardstedenregister vermeldt vervolgens in 1764 Geert Guilker, in 1774 Geert Jans als timmerman, aangeslagen voor 2 paarden en in 1784 Luigien Jans.

Geert Jans Guilker wordt steeds vermeld met zijn familienaam en heeft op verschillende plaatsen gewoond, in 1754 in huis 56, in 1774 in huis 33 zonder aanslag, in 1784 in huis 49 zonder aanslag. Van hem is verder alleen bekend dat in 1773 dochter Albertien is begraven en in 1786 zoon Lammert. Hijzelf overlijdt in 1790 en zijn weduwe in 1804.

Wie Geert Jans is, is niet duidelijk. In 1774 komt deze naam nog twee keer voor. Luigien Jans is vermoedelijk Luichien Jans Kregel, zoon van Jan Lugies Kregel en Marchien Fridsiger, zie 28. Hij trouwt in 1778 met Trijntje Roelofs uit Paterswolde.

Hindrik Lammerts wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1794 en 1804. In 1797 is hij 35 jaar, arbeider met 2 kinderen en in 1807 weduwnaar met nog 2 inwonende kinderen. Mogelijk woont hij in 1807 in huis 122.

Hindrik Lammerts is geboren in 1765 in Eelde als zoon van Lammert Jans en Aaltien Jans. Broer Jan Lammerts woont in huis 9. Hindrik Lammerts trouwt in 1790 met Hinderkien Harms, dochter van Jan Harms en Jantien Hindriks. Broers van haar noemen zich Hagenauw, zie 105. Hindrik Lammerts hertrouwt in 1815 met Willemtien Barelds Dekker, zie huis 80, waar zij beiden wonen in 1813.

In 1813 woont Koop Geerts Kregel in het huis.

124* Jan Land, Otto Spolts, Peter Warmels, Warmelt Peters, Roelof Luigies, Hindrik Bouwkamp

De volgorde in de registers van de bewoners van de hierna volgende huizen 124* t/m 127 is soms wisselend vanwege de ligging aan weerszijden van de weg. Daarom zijn de bewoners van deze huizen niet altijd goed te plaatsen. Ook voor de locatie van de oorspronkelijke huizen zijn soms meerdere verklaringen mogelijk. Dit huis is mogelijk afgebroken in 1787, zie hieronder. Het zou dan gelegen kunnen hebben tussen de huizen 123 en 125 op het perceel dat in 1832 kadastraal bekend is als E 136.

Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1745 was het huis in 1646 eigendom van Jan Land of Otte Spols, in 1742/1745 is het huis eigendom van de erfgenamen van Reiner Kluvinge met als meier Roelef Luigijs.

De Grondschatting 1646 vermeldt Olde Jan Lant en Otto Spols met 3/4 waardeel, in 1654 is Otto Spols alleen eigenaar/bewoner.

Rond 1640 kopen Otto Spolts en zijn echtgenote Barber Willems verschillende landerijen in Peize (bron: privé-archief). Hun dochters Jantje en Hillechien trouwen met respectievelijk Bernier en Jan Reinders Cluiving uit Paterswolde. Het huis in Peize komt later in handen van Reinder Kluiving, zoon van Bernier en Jantje, die in 1713 trouwt met Grietje Leving en daarna in Noordlaren gaat wonen. Hun kinderen bezitten het huis tot ver in de 18de eeuw.

Kinderen:
- NN Spolts, trouwt omstreeks 1665 met Barelt Ebbinge, zoon van Barelt Ebbinge, zie 24. Zij wonen vermoedelijk in huis 108. Bij het overlijden van zoon Wicher Ebbinge geeft Barelt Homan van Eext, getrouwd met Hilletje Cluiving de erfenis aan namens 14 niet met naam vermelde erfgenamen.
- Hillegien Spolts trouwt omstreeks 1665 met Jan Reinders Cluiving uit Paterswolde. Haar naam wordt vermeld in het huwelijkscontract van dochter Grietje Cluiving, die in 1688 trouwt met Jan Baving, zie 152.
- Jantien Spolts trouwt in 1670 met Bernier Reinders Cluiving. Het huwelijkscontract (privé-archief) vermeldt als bruidegom en bruid Bernier Reiners Cluvinge, z.v. wijlen Reiner Jansen Cluvinge en Lambertien Lunsche en Jantien Spols, d.v. wijlen Otte Spols en Berbertien Willems. Het contract wordt ondertekend door de bruidegoms moeder, broer Jan Reiners Cluiving en oom Reijner Lunsche en door de bruids moeder (ondertekening als Berber Willems), zwager Barelt Ebbinge en oom Jan Willems.

Barber Willems wordt in het Haardstedenregister van 1672 vermeld als Barber Spols, aangeslagen voor één paard. Mogelijk woont ook Peter Warmels in het huis, die na haar wordt vermeld en eveneens wordt aangeslagen voor één paard. In 1692 is de omschrijving: Peter Warmels keuter gebruick, woont op een drievierendiel huis daer de eijgenaers 't land van hebben verhuirt of selfs gebruicken. In 1693 is er dezelfde omschrijving, maar is de naam veranderd in Warmelt Peters.

Roelef Luigijs wordt in het Haardstedenregister vermeld van 1742 tot 1774. Hij is vermoedelijk de Roelef Luigies van Vries die in 1730 in Groningen trouwt met Margjen Sigers van Peize. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend. In 1735 trouwt hij in Peize met Annegien Roelfs. Zij overlijdt in 1751. Dochter Albertien Roelfs trouwt in 1771 met Steven Thijs Brink, zie 96*. Dochter Jantien Roelfs trouwt in 1785 met Berend Harms Bathoorn, zie 58.

Roelf Luigies tekent in 1752 een schuldverklaring wegens achterstallige huur van 278 gld. In 1755 vindt zelfs een gerechtelijke verkoping plaats. Hoewel hij in deze buurt blijft wonen, is het niet zeker of dat in hetzelfde huis is. Met name in 1754 wordt hij later in de lijst vermeld, wat beter zou passen bij huis 125, maar in 1764 en 1774 kan hij zowel in dit huis als in huis 125 hebben gewoond.

In 1784 kan Hindrik Bouwkamp in dit huis hebben gewoond. Hij wordt dan vermeld met 2 paarden. Hendrik Bouwkamp is een zoon van Hendrik Hendriks Bouwkamp en Annegje Peters en afkomstig uit Eelde. Hij trouwt in 1770 met Trijntje Berends, dochter van Berend Caspers en Grietien Harmens, zie 115. Mogelijk hebben zij eerst in Eelde gewoond. Zij overlijden resp. in 1803 en 1805, wonend in huis 79.

Kort voor 1787 koopt Luink Luinge het huis van Otte Cluiving cs. en verkoopt een deel van het huis door aan zijn neef Albert Luinge om te laten afbreken en bij de Roderweg weer op te bouwen, zie 98. Helaas is van de eerste verkoop geen akte overgeleverd, zodat de precieze plaats van het huis daar niet uit is af te leiden. Bij de aangifte van de 40ste penning is sprake van "een huis op afbraak". Het zou dus kunnen dat het huis toen of kort daarna geheel is afgebroken. Wanneer Luink Luinge in 1770 vermoedelijk huis 125 koopt van zijn tante Annechien Sikkens, weduwe Roelof Luinge, grenst dat huis ten oosten aan de weg en ten zuiden aan de erfgenamen van Reinder Cluivinge.

Een andere kandidaat voor dit huis is het huis dat in 1813 nummer 124 heeft en in 1832 het kadastrale nummer E 172. Het is evenals huis 125 eigendom van wed. Luink Luinge. Dat huis is echter vrij klein, wat overeenkomt met de omvang van het huis dat Bernier Everts kort voor 1745 heeft laten bouwen en dat vermoedelijk is vererfd naar Luink Luinge. Dat huis zou anders niet zijn te plaatsen.

124 Bernier Everts, Frerik Luinge, Roelof Doens, Jan Keijzer, Jannes Ebbinge, Willem Willems Arkies, Reinder Adams Suurd

Bernier Everts wordt in het Haardstedenregister 1742 vermeld met nering. Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1745 woont hij in een sinds 1646 nieuw huis, dat ook zijn eigendom is. Het huis zou kunnen zijn gebouwd tussen 1742 en 1745 omdat hij in 1742 nog niet wordt vermeld. Hij kan toen echter ook zijn vergeten. In 1754 woont zijn weduwe in huis 16 of in de buurt.

Bernier Everts trouwt in 1718 in Peize met Grietien Hindriks Hoogstrate, afkomstig uit Hoogkerk of Roderwolde. In 1737 is hij boekhouder van de diaconie.

Zoon Hindrik Berniers trouwt in 1748 met Margaretha Wolters, dochter van Roelof Wolthers en Marchien Willems, zie 139. Hij overlijdt al in 1751 zonder kinderen na te laten. Margaretha hertrouwt in 1753 met Hindrik Ebbinge, zie 129.

Een dochter, vermoedelijk met de naam Aaltien Berniers, trouwt omstreeks 1740 met Frerik Luinge, zoon van Luink Luinge en Hinderkien Luinge, zie 125. Deze wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1742 met nering, zie 122. In 1754 woont hij vermoedelijk in dit huis als koopman. Luink Luinge en zijn echtgenote overlijden resp. in 1764 en in 1762. Zij hebben alleen een zoon Luink Luinge. In 1764 vermeldt het Haardstedenregister Luink Luinges lege huis. Daarna is het huis vermoedelijk verhuurd geweest. Vanaf 1770 woont Luink Luinge vermoedelijk in huis 125, zie aldaar.

In 1774 wordt Roelef Doens vermeld als keuter na Roelef Luigijs met 2 paarden. Zij kunnen in één van de huizen 124*, 124 of 125 hebben gewoond, maar wie waar woont is niet duidelijk. Voor Roelof Doens zie 32. In 1784 woont Jan Keijzer mogelijk in dit huis. Hij wordt dan aangeslagen als keuter. Van hem zijn geen nadere gegevens bekend.

Vanaf 1794 lijkt de situatie duidelijker, omdat dan huis 124* vermoedelijk is afgebroken en de bewoners van de huizen 124, 125, 126 en 127 steeds in deze volgorde lijken te worden vermeld.

In 1794 wordt vermeld Jannes Ebbinge, aangeslagen voor 1 paard en in 1804 Willem Willems, die ook in 1797 wordt vermeld als arbeider, 26 jaar, gehuwd.

Jannes Ebbinge is een zoon van Doe Ebbinge en Harmtien Eleveld, zie 21. Hij trouwt in 1791 met Willemtien Barelds Dekker en woont in 1797 in huis 21.

Willem Willems Arkies is een zoon van Willem Engberts Arkies en Jantien Berends, zie 100. Hij trouwt in 1798 met Hindrikje Everts, dochter van Evert Jacobs en Zwaantje Jans, zie 109.

In 1807 is Luink Luinge eigenaar, zie bij 125. Bewoner in 1807 en 1813 is Reinder Adams Suurd, zoon van Adam Christiaan Reinders Suurd en Jantien Jans Schuurman, zie 147 en 14. Hij trouwt in 1805 met Grietje Harms Resing.

125 Bareld Luinge, Frerik Luinge, Roelof Luinge, Willem Jansen van Winde, Luink Luinge

Bareld Luinge wordt al vermeld bij de Grondschatting 1630 met zijn moeder en broer met een vol erf. Hij is met Peter Luinge de enige Luinge die dan wordt vermeld, hoewel er bij de verdeling van de Peizer marke in 1578 en ook later meerdere Luinges voorkomen.

In 1646 wordt voor het eerst zijn broer met naam vermeld, dit is Luink Allers, die mogelijk op de plaats van Peter Luinge gaat wonen, zie bij het volgende huis.

Kinderen:
- Jan Luinge, die rond 1690 olde Jan Luinge wordt genoemd, zie 123. Deze overlijdt in 1706 zonder kinderen na te laten.
- Een dochter, getrouwd met Barelt Schuiringe, zoon van Albert Schuiringe, zie 44 en 106.
- Roelof Luinge, omstreeks 1650 getrouwd met Ameltien Schuiringe, dochter van de schulte Jan Schuiringe en Catharina Luinge, zie 66. Zij wonen vermoedelijk in huis 126, waar later zoon Jan woont. Roelof Luinge overlijdt omstreeks 1660.

In het Haardstedenregister van 1672 en 1691-1694 woont Frerik Luinge waarschijnlijk op deze plaats. Zijn kleinzoon Roelof Luinge, zoon van Luink Luinge en Hinderkien Luinge is in 1742 en 1745 eigenaar van het huis dat in 1646 toebehoorde aan Bareld Luinge. Frerik Luinge kan een zoon zijn van Bareld Luinge of van Luink Allers. Het laatste is waarschijnlijker, omdat hij niet wordt genoemd bij de erfgenamen van olde Jan Luinge. Dat de bewoner in 1742 en 1745 deze Roelof Luinge is en niet Roelof Luinge, zoon van jonge Jan Luinge, die waarschijnlijk in het huis van Luink Allers heeft gewoond, weten we omdat de laatste Roelof Luinge al in 1745 is overleden en zijn kinderen dan eigenaren zijn van andere huizen in Peize.

Frerik Luinge is getrouwd met Marchien Ebbinge, dochter van Steven Ebbinge en Lummechjen Wolters, zie 87. Zij overlijden resp. in 1696 en 1719. Rond 1695 zijn er een aantal processen over de afkoop van Marchien Ebbinge van de ouderlijke goederen en de betaling daarvan.

Dochter Trijntien Luinge trouwt omstreeks 1710 met Popke Datema uit Sandebuur bij Roderwolde.

Zoon Luink Luinge trouwt in 1707 met Henderikjen Luinge, dochter van de verwalter-schulte Roelof Luinge en Arentien Roelofs, zie 66. Eventueel zouden de ouders ook andersom kunnen zijn, maar de voornaam Luink past bij de mogelijke grootvader Luink Allers. Luink Luinge overlijdt rond 1728. In 1735 draagt Henderikjen Luinge haar vaste goederen over aan haar beide zoons Frerik en Roelof Luinge om door hen te worden verzorgd. Blijkbaar krijgt zoon Roelof het huis, zie hieronder.

Roelof Luinge trouwt in 1737 met Annechien Jans Sikkens, dochter van Jan Sikkens en Grietien Tjebbels uit Lieveren, zie ook bij 14. Nadat hij in 1742 bij dit huis wordt vermeld met 2 paarden, exploiteert hij eerst de herberg/brouwerij op nr. 85 en verhuist in 1764 naar Lieveren om de herberg van zijn schoonvader over te nemen.

Frerik Luinge trouwt rond 1740 met Aaltien Berniers, dochter van Bernier Everts en Grietien Hindriks Hoogstrate, zie 124. In het Haardstedenregister wordt hij vermeld met nering of als koopman. Zij wonen in 1742 in huis 122 en in 1750 in huis 124. Zij overlijden resp. in 1764 en 1762. Voor zoon Luink Luinge zie hieronder.

In 1754, 1764 en 1774 komt Roelof Lugies in aanmerking als bewoner. Hij kan ook nog steeds gewoond hebben in huis 124*, waar hij eerder woont, zie aldaar. Een andere kandidaat in 1754 is Willem Jans Winde, vermeld met 2 paarden. Hij woont daarvoor in huis 149 en is afkomstig uit Paterswolde, zie ook bij 67.

In 1770 verkoopt Annechien Sikkens, weduwe van Roelof Luinge Luinkzn. haar huis in Peize met toestemming van de Etstoel aan haar neef Luink Luinge, zoon van Frerik Luinge, broer van Roelof. Het huis grenst ten oosten aan de weg, ten zuiden aan Reinder Cluiving erfgenamen (zie 124), ten westen aan R. Luinge N. en Bartelt Ebbinge en ten noorden aan Hr. Gedep. J. Willinge en Bartelt Ebbinge. Het betreft hier waarschijnlijk landerijen.

Luink Luinge woont vermoedelijk in 1784 in dit huis. Hij wordt in dat jaar vermeld als keuter, in 1794 en 1804 met 2 paarden, in 1797 als boer, 56 jaar, gehuwd met 3 kinderen, evenals in 1807, wanneer hij ook wordt vermeld als eigenaar. In 1813 woont zijn weduwe in het huis, die in 1832 ook wordt vermeld asl eigenares.

Luink Luinge trouwt in 1785 met Janna Barelds Bakker, dochter van Koenraad Barelds en Trientien Ebbinge, zie 101. Zij overlijden resp. in 1810 en 1833.

Kinderen:
- Aaltien Luinge trouwt in 1812 in Roden met Jan Everts.
- Trijntien Luinge overlijdt in 1789 op 2-jarige leeftijd.
- Hinderkien Luinge trouwt in 1816 met Geert Ensing, zoon van Berend Ensing en Jantje Jans Gorter.
- Koenraad Luinge trouwt in 1824 met Grietien Harms Freriks.

126 Peter Luinge, Luink Allers, Roelof Luinge, Jonge Jan Luinge, Jan Remmelts, Roelef Roelfs, Jan Tonnis (Venekamp), Berend Willems Arkies

Huis 126 en 127 vormen in 1832 ieder de helft van een dubbele woning, eigendom van dezelfde eigenaar Reinder Luinge. Het is daarom niet zonder meer duidelijk of het oostelijke huis nummer 126 heeft en het westelijke huis nummer 127 of andersom. In 1742 is het huis dat in 1646 eigendom was van Luink Allers, eigendom van Jan Ebbinge en wordt het bewoond door Jan Remmels.

In de voogdij-inventaris die wordt opgesteld in 1788 nadat Roelof Luinge Noord en echtgenote Hillina Ebbinge beiden zijn overleden, wordt het huis omschreven als een grote behuizing, gelegen aan het Moddergat. Mogelijk is het huis pas later in gebruik genomen als dubbele woning.

Omstreeks 1645 gaat Luink Allers zelfstandig wonen. Daarvoor heeft hij bij zijn broer Bareld Luinge gewoond, zie bij het vorige huis 125 en waarschijnlijk hebben zij het huis geërfd van Peter Luinge, die mogelijk kinderloos is overleden.

Mogelijk heeft hier ook gewoond Roelof Luinge, zoon van Bareld Luinge, zie 125. Hij trouwt omstreeks 1650 met Ameltien Schuiringe, dochter van de schulte Jan Schuiringe en Catharina Luinge, zie 66. In 1657 klagen de schoonzoons van Catharina Luinge, weaaronder Roelof Luinge, Allert en Reinder Wolters aan wegens de erfenis van Catharina Luinge, die eerder getrouwd was met Allert Wolters. In 1661 maakt Ameltien Schuiringe, inmiddels weduwe, bezwaar tegen de verkoop door Bareld Luinge van zijn goederen aan Jan Luinge.

Kinderen:
- Jan Luinge, ook jonge Jan Luinge genoemd ter onderscheid met zijn oom olde Jan Luinge, zie hieronder.
- Aaltien Luinge trouwt omstreeks 1680 met Frerik Bavinge, zoon van Doe Bavinge, zie 142.

In 1691-1694 wordt Jonge Jan Luinge vermeld in het Haardstedenregister. Jonge Jan Luinge is voor 1688 getrouwd met Jacobjen Baving, dochter van Luitien Baving en Aaltien Willinge. Hij is een zwager van de latere Ette Jan Baving en van Roelof Peling, getrouwd met Geessien Baving. Beiden zijn ondertekenaars van het huwelijkscontract van Jan Baving en Grietje Cluiving, die weer een dochter is van Jan Reinders Cluiving en Hillechien Spolts, zie bij huis 124.

Dochter Aaltien Luinge trouwt in 1709 met Allert Luinge, zoon van de verwalter-schulte Roelof Luinge, zie bij 66.

Zoon Roelof Luinge trouwt in 1722 met zijn nicht Aaltien Peling, een dochter van Roelof Peling en Geessien Baving, zie bij 154 (Achterstewold). Zij gaan daar ook wonen.

Dochter Jeichien Luinge trouwt in 1721 met haar neef Lucas Peling, zoon van Roelof Peling en Geessien Baving en nadat Lucas kinderloos overlijdt, hertrouwt zij in 1727 met Jan Ebbinge, vermoedelijk een zoon van Bartelt Ebbinge en Hillechien Willems, zie 81.

Jan Ebbinge wordt in 1742 en 1745 vermeld als eigenaar met als meier Jan Remmels. Het merkwaardige is dus dat volgens het Register van Nieuwe Huizen 1742 het huis dat in 1646 eigendom was van Bareld Luinge is overgegaan naar een nazaat van Luink Allers en het huis van Luink Allers naar een nazaat van Bareld Luinge.

In 1807 is Jacobina Luinge eigenares van het huis, dat dan uit twee woningen bestaat. Zij is een dochter van weer een andere Roelof Luinge (Noord) en Hillina Ebbinge. De laatste is vermoedelijk een dochter van Jan Ebbinge en Jeichien Luinge. Jacobina is getrouwd met alweer een Roelof Luinge, zoon van Jan Allerts Luinge en Geesien Luinge en een kleinzoon van zowel Allert Luinge en Aaltien Luinge als van Roelof Luinge en Aaltien Peling. Dit echtpaar laat geen kinderen na en het huis is in 1832 eigendom van een broer van Jacomina, Reinder Luinge.

Jan Remmelts en later zijn zoon Roelof Jans Remmelts wonen vanaf 1754 in huis 94, zie aldaar.

In 1754 wordt Reinder Jans vermeld met 2 paarden na de koopman Frerik Luinge. Dit is mogelijk Reinder Jannes (Suurd), die vanaf 1764 in zijn ouderlijk huis woont, zie 14.

Roelef Roelfs wordt in het Haardstedenregister van 1764 en 1774 vermeld met 2 paarden, in 1784 zijn weduwe. Een andere Roelof Roelofs, in 1747 getrouwd met Grietien Martinus, hertrouwt in 1776 met Trijntje Sijgers en woont daarna als molenaar in Groningen, zie bij 56.

Roelf Roelfs trouwt in 1752 met Egbertien Hindriks. In 1761 betaalt Roelf Roelfs voor het laken over Hindrik Egbers. Nadere gegevens over dit echtpaar ontbreken.

In 1794 wordt Jan Tonnis vermeld met 2 paarden, in 1797 (zijn weduwe) Engelina Jans, 39 jaar, arbeidster, weduwe met 5 kinderen en in het huis met hetzelfde nummer Barelt Aalders, die in latere jaren apart wordt vermeld, zie 127.

Jan Tonnis of Thunnis (Venekamp) is vermoedelijk een zoon van Tonnis Jans en Roelfien NN, zie 44. De naam Venekamp wordt ook gevoerd door kinderen van de schoolmeester Reinder Jans in Roderwolde, die een broer is van Tonnis Jans.

Jan Thunnis (Venekamp) trouwt omstreeks 1785 met Engelina Jans (Lefferts), geboren in 1760 in Bunne, Vries als dochter van Jan Leffers en Harmtien Harms. Hij overlijdt voor de doop van zijn zoon Jan Thunnis in 1798. Bij het hertrouwen in 1803 van Engelina Jans met Hindrik Wiefering worden mombers aangesteld, maar omdat de kinderen worden onderhouden door de diaconie van Norg, wordt geen inventaris opgemaakt. Zie verder bij 40 en 56a.

Dochter Roelfien Jans Venekamp trouwt omstreeks 1810 met Arend Jans Ottens, zie 112.

Dochter Harmtien Jans Venekamp trouwt in 1818 met Jan Hindriks Koops, zie 40.

Dochter Annechien Jans Venekamp trouwt in 1817 met Roelf Eitens, zie 95 en 1828 met Jan Eitens, zoon van broer Albert Eitens.

Zoon Jan Thunnis Venekamp trouwt in 1820 met Jantien Gerards Kosters, zie 20 en in 1825 met Albertien Willems Brink.

In 1804 en 1807 woont Willem Berends in het huis, in 1813 als Berend Willems Arkies. Hij is een zoon van Willem Engberts Arkies en Jantien Berends, zie 100 en in 1800 getrouwd met Janna Everts, dochter van Evert Jacobs en |Zwaantje Jans, zie 109. 

127 Lambert Harms, Jan Barelds Aalders

Vermoedelijk was huis 127 oorspronkelijk geen apart huis, maar is het later afgesplitst van huis 126. In 1807 bezit Jacomina Luinge, dochter van Roelof Luinge Noord en Hillina Ebbinge beide huizen 126/127. In 1832 is haar broer Reinder Luinge eigenaar. Onduidelijk is wat de volgorde is van de twee huizen.

Naast Roelef Roelfs, zie het vorige huis, wordt in 1764 en 1774 Lambert Harms vermeld als schoenmaker. Hij wordt in 1764 als eerste vermeld en in 1774 als tweede. In 1784 en 1794 lijkt er geen tweede bewoner te zijn van het huis.

Bareld Aalders wordt in 1797 vermeld onder hetzelfde huisnummer als Engelina Jans, zie bij het vorige huis. Hij is dan 39 jaar, arbeider, gehuwd met 1 kind. Hij wordt apart vermeld in 1804 en in 1807 met twee inwonende kinderen. In 1813 wordt zijn naam vermeld als Jan Barelds Aalders. Daarvoor in 1794 werd hij vermeld als Barelt Aalders na Jan Coobs op 61.

Jan Barelds Aalders is geboren in 1763 in Annen, Anloo als zoon van Aaldert Rabbens (Aalderts) en Zwaantje Cornelis en trouwt omstreeks 1793 met Marchien Everts. Vermoedelijk is zijn roepnaam Bareld, want zijn kinderen hebben vaak een eerste of tweede zoon Bareld. 

Volgende